zinsbegoocheling vrijheid
gegeven
onmatig in een geruisloze windvlaag
met een herinnering
magnetisch opgewekt
in afgewikkelde nachtspoel
pulserende velden
berimpelen wazig een regenplas
op het voetpad
vol wegzeilend herfstblad nog
en snel een nauwe zeestraat
gegrist uit de winterse geo-gedichten
van White
of Ten Berge
weerspiegelt de bijtende bergkam
zichzelf
verwacht obscuur nog een
zwachtel
van verder aangroeiend sneeuwpak
met meeuwen
heden
reik ik vervliegende vrouw
wiens uniciteit in de dromen geheim
blijft de hand
om samen op kadeplankieren
ons voetspoor te drukken in
wit
eenzaam
verslik mij in de portrettuur
aan boord van een zeilboot
geklit
veegt iemand sneeuw van het dek
devoot haast
prudent
de mast als omgekeerde
slinger
van een verloren tempo-instrument
de metronoom gaat lichtjes heen
en weer de traagheid in de
vissersplaats
op maat want
de droom heeft zijn eigen
geheimen
waarin de fok in ons
ontvallen winterwind
nu traag wordt uitgerold
direct daarop al vrij van sneeuw
wordt ingerold
de vlag ontwapperd hangt slap
de winterreis groen bij de
voeten vertrapt